Dit beleidsadvies is op 4 maart 2025 aan de OR LBAL gestuurd en kwam tot stand in samenwerking met Saamo Gent.
Probleemanalyse:
De uitbesteding van de schoonmaakdiensten binnen KUL leidt tot een reeks problemen. Zo worden er regelmatig klachten geuit over zowel de kwaliteit van de dienstverlening als over de arbeidsomstandigheden van het personeel.
Het uitbesteden heeft voor een toenemende precarisering van deze jobs gezorgd. Schoonmakers werken vaak in tijdelijke deeltijdscontracten, genieten onvoldoende sociale bescherming en hebben een gebrek aan inspraak. Deze schoonmakers bevinden zich vaak in een maatschappelijk kwetsbare positie.
Door de nadruk op winstmaximalisatie eigen aan private ondernemingen leggen de schoonmaakbedrijven de werknemers een onacceptabel hoge werkdruk op.

Daarnaast ontbreekt een sterke syndicale vertegenwoordiging, waardoor de belangen van de werknemers onvoldoende worden behartigd. De schoonmaaksector (PC 121) kent in principe sterke CAO’s, maar in de praktijk worden deze CAO’s door bepaalde schoonmaakbedrijven niet gehonoreerd, en komen syndicale rechten onder druk te staan.

Bij contractwissels vindt er onvoldoende sociaal overleg plaats. Schoonmaakpersoneel wordt op voorhand niet of nauwelijks geïnformeerd over mogelijke contractovernames.

Als publieke instelling heeft KU Leuven een maatschappelijke voorbeeldrol. Momenteel wordt deze voorbeeldrol niet naar behoren ingevuld. Het aanbieden van duurzame, werkbare jobs voor praktisch geschoolde mensen is een manier om die voorbeeldrol op te nemen.
Beleidsadviezen
We formuleren een aantal concrete beleidsadviezen, met als finaliteit het verbeteren van de werkomstandigheden en de kwaliteit van de dienstverlening.
1. Implementeer een socialer aanbestedingsbeleid, in samenwerking met de sociale partners
Het huidige aanbestedingsbeleid van KU Leuven focust vooral op kwaliteit en prijs, met weinig of geen sociale criteria of bijkomende sociale clausules. Sociale selectie – en gunningscriteria en bijkomende sociale clausules zijn één van de weinige hefbomen die een aanbestedende overheid heeft om betere werkomstandigheden te garanderen. Momenteel worden deze hefbomen nauwelijks benut.
De praktijkervaring van schoonmakers, samen met de expertise van de bevoegde vakcentrales ABVV Schoonmaak, ACV Voeding en Diensten, ACLVB Schoonmaak en andere middenveldorganisaties, kan als fundament dienen voor een vernieuwd en effectief beleid.
Er zijn verschillende mogelijkheden om socialer aan te besteden. We illustreren met enkele goede praktijken van overheden en publieke instellingen die op vandaag al sociale criteria implementeren.
Praktijkvoorbeeld: clausule duurzame tewerkstelling
De private schoonmaaksector wordt gekenmerkt door precaire jobs: opeenvolgende dagcontracten, interimcontracten of contracten bepaalde duur zijn courant in de sector. Zonder duurzame job is het moeilijk om een kwaliteitsvol leven op te bouwen.
Een ‘clausule duurzame tewerkstelling’ vormt hier een mogelijke oplossing. In de praktijk zijn er in Vlaanderen vandaag al lokale besturen die duurzame tewerkstelling hanteren als selectiecriterium, als onderdeel van het criterium ‘technische – en beroepsbekwaamheid. Het lokaal bestuur van een grote Vlaamse stad vereist dat
‘minimaal 95% van het schoonmaakpersoneel tewerkgesteld op haar opdrachten een vast contract heeft en dus vast op de payroll van de inschrijver staat’. Controle op naleving van dit criterium is van belang. Inschrijvers ondertekenen een intentieverklaring op eer en worden tijdens de looptijd van het contract onderworpen aan steekproeven.
Op deze manier kunnen bedrijven die onvoldoende duurzame jobs aanbieden op een juridisch sluitende manier geweerd worden.
Praktijkvoorbeeld : sociaal verantwoord personeel – en welzijnsbeleid als gunningscriterium
Ook in de gunningsfase kan aan aanbesteder sociale accenten leggen. Een grote Vlaamse sociale huisvestingsmaatschappij implementeerde na klachten over slechte arbeidsomstandigheden een gunningscriterium ‘sociaal verantwoord personeel – en welzijnsbeleid’, goed voor 15 punten op een totaal van 100.
Naast de selectie – en gunningscriteria kunnen in het bestek ook bijkomende sociale bepalingen worden opgenomen, zoals:
- Het vrijwaren van syndicale rechten
- Een verbod op het inschakelen van onderaannemers
- Het voorzien van een taalcoach
- Zorg voor oudere medewerkers
- Het voorzien van opleidingsmogelijkheden
- Het opnemen van tewerkstellingstrajecten
- Het voorzien van een vertrouwenspersoon
Het rapport ‘Buying Decent Work. Public Procurement Strategies for the Improvement of Working Conditions in the European Service Sector’ biedt beleidsmakers handvaten bij het implementeren van sociale criteria in openbare aanbestedingen
2. Handhaaf proactief de naleving van sociale clausules
Hoewel sociale clausules en criteria in overheidsopdrachten een belangrijk instrument zijn om arbeidsrechten te beschermen, blijkt in de praktijk dat deze niet altijd worden nageleefd. Dit ondermijnt de beoogde doelstellingen van het aanbestedingsbeleid.
Om ervoor te zorgen dat sociale clausules meer zijn dan alleen een papieren realiteit, is het essentieel dat de aanbestedende dienst hierop handhaaft. Dat betekent niet alleen controles, maar ook een proactieve toetsing van het beleid in de praktijk. Betrek het schoonmaakpersoneel en de sociale partners actief bij deze toetsing. Zo blijven sociale clausules geen loze belofte, maar worden ze daadwerkelijk afgedwongen.
3. Inbesteding als fundamentele oplossing
Strengere controles en sociale clausules kunnen misstanden in uitbestede contracten beperken, maar blijven een lapmiddel. Een structurele oplossing is inbesteding: taken niet uitbesteden aan private firma’s, maar binnen de eigen organisatie uitvoeren.
Inbesteding geeft de aanbestedende dienst directe controle over arbeidsvoorwaarden, lonen en werkorganisatie. Zo wordt de druk om te besparen op personeel weggehaald en krijgen werknemers meer zekerheid en betere werkomstandigheden.
Een concreet voorbeeld hiervan is de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) in Nederland. Voorheen werd schoonmaakwerk bij de overheid uitbesteed, wat leidde tot onzekerheid en verslechterde arbeidsomstandigheden voor schoonmakers. In 2016 werd besloten om deze diensten in te besteden. Hierdoor kregen schoonmakers een vast contract bij de overheid, met betere lonen, meer werkzekerheid en inspraak in hun werk. Evaluaties tonen aan dat de kwaliteit van de schoonmaak is verbeterd en dat werknemers zich gewaardeerd voelen.
Ervaringen zoals die van de RSO tonen aan dat dit niet alleen sociaal rechtvaardiger is, maar ook praktisch en juridisch haalbaar.
Het rapport Insourcing, outsourcing or backsourcing? The case of the Brussels Regional administration biedt beleidsmakers handvaten bij inbestedingsoperaties